Haspengouw

Waar fietsers graag hun kuiten tonen. Haspengouw
Waar de meisjes daarom van verre komen. Haspengouw

Waar j’op een boterham stroop moet smeren
Waar j’een pintje drinkt, om goed te verteren

Waar de koeien kijken of ’t fruit al rijp is
En de boer naar de koe of ze over tijd is

Waar tractoren al het verkeer vertragen
Waar we Sikhs en Turken best verdragen

Waar de politie slechts zelden staat te flitsen
Waar ’t niet knijpen is, maar eerder “pitsen”

Waar de mensen vaak elkaar nog kennen
En de kind’ren soms op straat nog rennen

Waar het ich en oech is, en toas en toeres
Waar ’t toilet nog ergens op de koer is

Waar kapellekes naast elke weg nog staan
Waar je vaak nog ene kunt drinken gaan

Waar Ambiorix leidde d' Eburonen
Waar d' Romeinen daarna zijn gekomen

Waar in ’t vierkant staan de boerderijen
Waar de fietsen dokk’ren over kasseien

Waar kastelen staan tussen de bomen
Waar jij slechts zelden mag bij komen

Waar ’t op de voetbal steeds lawaai is
Waar gescholden wordt dat het niet fraai is

Waar konijnen wonen in holle wegen
Je komt ze daar nog dagelijks tegen

Waar het prettig is om daar te wonen
Als je wil, zal ik het je eens tonen